Naar topnavigatiemenu Naar hoofdnavigatiemenu Naar hoofdinhoud
Het curriculum krijgt een volledig nieuwe jas. Het behoudt uiteraard een sterke basis in solide biomedische kennis en klinische vaardigheden. Het leidt basisartsen op die voorbereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen in een veelzijdige beroepspraktijk. Dat gebeurt op basis van vier hoofdlijnen: casusgestuurd onderwijs, projectonderwijs, vorming van identiteit en professionaliteit (VIP) en programmatisch toetsen.

Vier hoofdlijnen

Casusgestuurd onderwijs

Casusgestuurd onderwijs, waarin studenten zich medische kennis en klinische vaardigheden eigen maken aan de hand van casuïstiek. Aansluitend op de principes van casusgestuurd onderwijs leren studenten deze concepten begrijpen door het oefenen met veel korte, realistische casus uit de volledige wijdte van de artsenpraktijk.

Projectonderwijs

Projectonderwijs, gericht op competentie-ontwikkeling (CanMeds: samenwerken, wetenschappelijk denken, communiceren, leiderschap, maatschappelijk handelen), waarbij studenten vanuit een breed perspectief een complex vraagstuk leren aanschouwen en oplossingsrichtingen bedenken binnen een thema naar keuze. Studenten kiezen zelf een accent* op één van de volgende gebieden:

  1. Medische wetenschap
  2. Gezondheid en technologie
  3. Duurzame volksgezondheid
  4. Zorgbeleid en organisatie

*Dit accent staat voor het ontwikkelen van een eigen interesse door de studenten. Het is geen formele keuze die voorsorteert op een vervolgstudie of specialisatie. De accenten sluiten aan bij de Convergentie van Erasmus MC, EUR en TUD.

Vorming van Identiteit en Professionaliteit (VIP)

Vorming van Identiteit en Professionaliteit (VIP) loopt als lijn door het curriculum, waarin studenten zichzelf leren kennen in de context van het beroep waar zij naartoe groeien gedurende de opleiding, d.m.v. reflectie op kantelmomenten. Binnen deze lijn ontwikkelen studenten de competenties professionaliteit en leiderschap (CanMeds).

Programmatisch toetsen

Programmatisch toetsen is een vorm van toetsen waarbij het doel is om niet alleen te beoordelen wat een student weet, maar ook hoe hij of zij informatie toepast in nieuwe situaties en hoe hij of zij denkt en redeneert. Deze aanpak kan voordelen hebben bij simulatieonderwijs, waarbij studenten complexe, realistische scenario's moeten oplossen en waarbij hun beslissingen en acties worden geëvalueerd.

Feedback

Bij programmatisch toetsen gaat het om feedback die de student na de toets ontvangt om verder te kunnen groeien. Dit in tegenstelling tot het traditionele summatief toetsen dat vooral is gericht op slagen of zakken. Binnen programmatisch toetsen kun je niet zakken op één toets. Het gaat om de informatie die de toets oplevert voor de student en de docent. Elke toets(vorm) levert datapunten op over het beheersingsniveau van de student op kennisdomeinen en deelcompetenties. Over de tijd tellen de datapunten op en kan er een afgewogen oordeel worden gemaakt over het beheersingsniveau en de voortgang.

Studenten