Ziekte van Pompe: over deze aandoening
Wat is de ziekte van Pompe?
Wat is deze aandoening?
De ziekte van Pompe wordt veroorzaakt door een storing in de stofwisseling van de spieren. Spieren zijn opgebouwd uit miljoenen spiercellen, die afzonderlijk als een zelfstandige fabriek functioneren. In die spiercellen bevinden zich onder andere recyclingmachines, oftewel lysosomen. Deze lysosomen zijn nodig om de spiercellen gezond te houden. Alle producten die de spiercel niet meer nodig heeft, of onderdelen die aan vervanging toe zijn, worden in de lysosomen omgezet. Om dat goed te kunnen doen, zijn enzymen (eiwitten) nodig.
Hoe vaak komt het voor?
De ziekte van Pompe komt bij een op de veertigduizend mensen voor. Per jaar worden in Nederland er gemiddeld een tot twee baby’s geboren met de ziekte van Pompe en worden vijf tot zeven oudere kinderen en volwassenen met de ziekte gediagnosticeerd. De ziekte van Pompe is een erfelijke aandoening die autosomaal recessief wordt overgedragen. Dit betekent dat, als beide ouders drager van de ziekte zijn, ieder kind van deze ouders 25% kans heeft om de ziekte te ontwikkelen. Ouders die drager zijn, hebben zelf de ziekte niet. De ziekte van Pompe wordt veroorzaakt door een fout (mutatie) in de erfelijke code voor alfa-glucosidase.
Oorzaak
De ziekte van Pompe is een erfelijke spierziekte, waarbij het enzym alfa-glucosidase niet goed werkt en waardoor bepaalde suikers (glycogeen) niet worden afgebroken en zich ophopen in de lysosomen. Daardoor kan de spiercel zijn werk niet meer doen. Als heel veel spiercellen aan dit proces meedoen, worden uiteindelijk de spieren minder sterk.
Symptomen en gevolgen
Je wordt met de ziekte van Pompe geboren, maar dat hoeft niet meteen tot problemen te leiden. Er zijn grote verschillen in ernst van de ziekte, die zich ook op elke leeftijd kan presenteren. De meest ernstige vorm wordt gezien bij baby's. Deze baby's hebben al zeer kort na de geboorte ernstige spierzwakte en hartproblemen.
De ziekte kan zich ook voordoen bij oudere kinderen. Zij hebben bijvoorbeeld problemen met hardlopen en traplopen. Ook in schouder- en bovenarmspieren kan zwakte optreden, waardoor het moeilijk wordt dingen op te tillen. De zwakte van de skeletspieren neemt geleidelijk toe, waarna patiënten op den duur niet meer zelfstandig kunnen staan en lopen. Ook kunnen de ademhalingsspieren aangedaan zijn.